Pessimisme in de B-groep

Kijk eens naar spel 16 in de B-groep. Oost heeft:

AHV85

AHVT852
3

– (renonce)

partner past en nu? Met zo’n hand wil je weten of het klein of groot slem is; met minder mag je geen genoegen nemen. Je opent met 2 klaveren (sterk). Partner biedt eerst eens 2 ruiten (relay/afwachtbod). Jij biedt 2 harten en partner biedt dan zijn 5 kaart 3 klaveren. Mooi, zo kun je je eigen 2e kleur nog in de aanbieding doen: 3 schoppen. Partner maakt er uiteraard 4 schoppen van.

En nu? Azen vragen heeft geen zin, want als partner 1 aas aangeeft, dan weet je niet of het ruiten of klaveren aas is. Dus (de schoppenkleur is vastgesteld als troefkleur) je biedt nu zelf 5 klaveren, dat is een controle en sleminteresse. Partner kan niets anders dan 5 schoppen bieden (geen controle in ruiten en harten). Dan ben je als oost tevreden met 6 schoppen.

Slechts 2 paren eindigden in slem: echtpaar Smets en van de Broek-Giesen. Chapeau!

En wat als je geen biedsysteem hebt? Dan open je 6 harten, want dat zit er bij een beetje normaal zitsel met zelfs nul punten bij partner toch wel in.
Heb je geen vertrouwen in slem, dan ben je wel heel erg pessimistisch.